Indien de opdrachtgever de werken aanvaardt, erkent hij, in principe, dat de aannemer en de architect aan hun contractuele verplichtingen hebben voldaan. Hierbij ontslaat hij hen in beginsel van elke contractuele aansprakelijkheid voor de uitgevoerde werken en geleverde diensten.
Uitzonderingen op deze regel zijn enerzijds de “ernstige” zichtbare en verborgen gebreken die onder de tienjarige aansprakelijkheid vallen en, anderzijds de aansprakelijkheid voor de “lichte” verborgen gebreken.
Stel dat een aannemer rioleringswerken heeft uitgevoerd en de bouwheer 8 jaar na de voorlopige oplevering klaagt over ernstige gebreken in het rioleringsnetwerk. Aan welke voorwaarden moet voldaan zijn opdat de tienjarige aansprakelijkheid geldt?
- Voorwaarden
Drie voorwaarden moeten vervuld zijn opdat er van tienjarige aansprakelijkheid sprake kan zijn:
1) Het gebrek moet ernstig zijn
Onder "ernstig gebrek" verstaat men: het gedeeltelijk of volledig tenietgaan van een gebouw. Met andere woorden, een gebrek dat op korte of lange termijn de stevigheid van het bouwwerk of van een belangrijk deel ervan in gevaar brengt of kan brengen. Zo heeft de rechtspraak als een ernstig gebrek erkend: de gebrekkige uitvoering van de riolering van een appartementsgebouw, met als gevolg dat verstoppingen regelmatig overstromingen in de kelder veroorzaken, wat langzaam maar zeker de stevigheid van het gebouw aantast. Een slechte werking van het rioleringsnetwerk die geen invloed heeft op de stabiliteit van het gebouw wordt niet beschouwd als een ernstig gebrek.
Bovendien vallen problemen door slijtage of slecht onderhoud onder de verantwoordelijkheid van de bouwheer. Het verzuimen van regelmatig onderhoud kan dus niet worden toegeschreven aan de aannemer of architect.
2) Het gebrek moet een gebouw of een groot onroerend werk aantasten
Werkzaamheden in het rioleringsnetwerk kunnen niet worden beschouwd als een gebouw. Kunnen de werken worden beschouwd als een groot onroerend werk? Onder "een groot onroerend werk" wordt verstaan: werken die met het gebouw een geheel uitmaken en er een hoofbestanddeel van vormen, met uitzondering van de complementaire of niet-noodzakelijke uitrustingen. Werken aan het rioleringsnetwerk kunnen worden beschouwd als grote bouwwerken.
3) Het gebrek moet het gevolg zijn van een fout van de aannemer
De derde voorwaarde moet eveneens vervuld zijn, namelijk: de eigenaar van het gebouw moet kunnen bewijzen dat het gebrek zijn oorzaak vindt in de fout van de bouwspecialist. De eigenaar zal dus de tienjarige aansprakelijkheid kunnen inroepen indien hij het bewijs levert van een fout van de ontwerper of van de aannemer.
Het bestaan van een fout wordt bewezen met alle rechtsmiddelen, maar in de praktijk wordt vaak een beroep gedaan op een expertise. De fout kan onder andere bestaan uit:
• een uitvoering die niet beantwoordt aan de regels van het vak,
• een uitvoering die niet conform is aan het bestek,
• een conceptie- of berekeningsfout,
• het gebruik van ongeschikte materialen.
Om te bepalen wie verantwoordelijk is voor de fout, moet worden onderzocht of het gaat om een ontwerpfout of een constructiefout. De architect zal in principe als enige verantwoordelijk zijn voor de ontwerpgebreken en voor de aanpassing van het ontwerp aan de aard van de bodem. De aannemer zal, in beginsel als enige, verantwoordelijk zijn voor de fouten bij de uitvoering, namelijk de gebreken van materialen en de gebreken bij hun plaatsing.
Opgelet: de aannemer wordt geacht gedeeltelijk verantwoordelijk te zijn indien hij werken verricht waarvoor hij had moeten weten dat ze ontwerpfouten zouden teweegbrengen.
- Start en duur
Een belangrijk twistpunt betreft de vraag vanaf wanneer de aansprakelijkheid effectief begint te lopen. Als er maar één oplevering is geweest, loopt de aansprakelijkheid vanaf die oplevering. Is er een dubbele oplevering voorzien en de partijen hebben niet uitdrukkelijk bepaald welke betekenis aan deze definitieve oplevering moet gegeven worden, dan wordt in het algemeen aangenomen dat de aansprakelijkheid aanvang neemt op het ogenblik van de definitieve oplevering. Bovendien zijn de partijen vrij om in hun overeenkomst op te nemen dat de tienjarige aansprakelijkheid loopt vanaf de voorlopige oplevering wanneer de partijen overeengekomen zijn dat die handeling gepaard gaat met de aanvaarding van het werk. Houd dus rekening met wat bepaald is in de overeenkomst.
Het is dan ook in het belang van de aannemers om in het aannemingscontract te voorzien dat de voorlopige oplevering als goedkeuring van de werken geldt en het aanvangspunt is van de tienjarige aansprakelijkheid.
Nuttigheidshalve vermelden we de clausule zoals zij is opgenomen in het type-aannemingscontract van de Confederatie Bouw: "De voorlopige oplevering houdt de goedkeuring in door de opdrachtgever van de hem afgeleverde werken en sluit ieder verhaal uit van zijnentwege voor zichtbare gebreken. De termijn van de tienjarige aansprakelijkheid begint te lopen op de dag van de voorlopige oplevering."
- Conclusie
Het bestaan van de aansprakelijkheid hangt af van de oorzaak van het gebrek (de fout moet worden bewezen) en de gevolgen daarvan voor de stabiliteit en de stevigheid (tienjarige aansprakelijkheid).
Indien het gebrek te wijten is aan een fout door de uitvoering van de rioleringswerken en het gebrek op korte of lange termijn een bedreiging vormt of kan vormen voor de stevigheid van het gebouw, zal de aansprakelijkheid van de aannemer in het gedrang komen. Stoornissen die ontstaan door slijtage of een gebrek aan onderhoud behoren tot de verantwoordelijkheid van de bouwheer.
Wanneer een aannemer op basis van zijn tienjarige aansprakelijkheid aangesproken wordt door een opdrachtgever, doet hij er goed aan na te kijken of voormelde voorwaarden voor deze aansprakelijkheid vervuld zijn.
|